Kleding en uitrusting van de spelers: hockey tenue 

Net als bij elke andere sport, kent hockey een bepaalde uitrusting. Zo hebben de spelers van het team allemaal hetzelfde hockey tenue aan. Keepers hebben bijvoorbeeld keeperslegguards om. Meer over de uitrusting en kleding van hockeyspelers vind je hieronder.

Spelers hockey tenue:

1. Spelers moeten het door hun bond of club voor hun team vastgestelde hockey tenue dragen, maar hiervan kan worden afgeweken om in een bepaalde wedstrijd verwarring te voorkomen.

2. Zij mogen niets dragen of bij zich hebben dat gevaarlijk kan zijn voor andere spelers.
   Veldspelers wordt gebruik van scheenbeschermers, enkelbeschermers en mondbeschermers dringend aanbevolen.

Bondsregels voor hockey tenue en rugnummers:

1. In bondswedstrijden is spelen in het standaardkostuum van de vereniging verplicht, maar als verwarring is te verwachten, dienen de spelers van het bezoekende team zich te kleden in een shirt van duidelijk afwijkende kleur en ook kousen te gebruiken die in kleur afwijken van die van het standaardkostuum van het thuisspelende team.

2. Spelers uitkomende in wedstrijden in de standaardklassen, de interdistrictscompetities A/B-jeugd en de hoogste competitieklassen A/B-jeugd dienen een duidelijk rugnummer te dragen. De spelers van een team dienen onderling verschillende rugnummers te gebruiken.

Doelverdedigers:

1. Keepers moeten over hun beschermende uitrusting een shirt, trui of jack dragen van een kleur die afwijkt van die van hun eigen partij en hun tegenstanders.

2. Zij moeten tijdens wedstrijden steeds (vastgemaakte) hoofdbescherming gebruiken, maar een doelverdediger mag die afdoen als hij een strafbal op het doel van de tegenpartij gaat nemen. Als hoofdbescherming wordt een complete, het gehele hoofd omvattende helm (met een vast masker voor het gehele gezicht en voorzieningen voor de bescherming van de achterzijde van het hoofd) ten sterkste aanbevolen. Een voor de ijshockey gemaakte en goedgekeurde helm is meestal ook geschikt voor hockeykeepers.
   Het voortdurend gebruiken van beschermende uitrusting naast de helm (zoals legguards, klompen, handschoenen en bescherming voor het onderlichaam) wordt doelverdedigers dringend aanbevolen. Alleen doelverdedigers mogen body protectors, keeperslegguards, keepersklompen, keepershandschoenen en elleboogbeschermers dragen.

3. Legguards, klompen en handschoenen mogen geen scherpe kanten of uitsteeksels hebben.

4. Keeperslegguards mogen, wanneer gedragen, nergers brder dan 30 centimeter zijn.

5. Keepershandschoen mogen niet breder zijn dan 23 centimeter en niet langer dan 35,5 centimeter. Voorzieningen die de stick aan de handschoen verbonden houden als de stick niet wordt vastgehouden, zijn niet toegestaan.